Geplaatst in Divers

Mindfull wandelen op zoek naar innerlijke rust

november 2021

God wat een k*ttijd toch. Of niet dan? Denken we net een beetje die ellende achter ons te kunnen laten, begint het hele gesodemieter weer opnieuw. Ik had de komende weken tot aan het kerstreces een volle agenda. Uitjes, borrels, inspiratiesessies. En nu? Niets meer van dat alles.

De maandag nadat onze vrinden het slechte nieuws mededeelden, kroop ik dan ook enigszins moedeloos achter de laptop aan de keukentafel. Echt, ik heb een mooi huis en zo, hoor. En een prachtige tuin om naar te kijken, maar dit eenzame gedoe heb ik wel een beetje gehad. Hoe mooi het hier ook is. Ik heb, heel bejaard, een paar mezenbollen en zakjes met pitjes opgehangen, zodat er af en toe nog wat leven voorbij komt vliegen. Dan verandert er nog eens wat in het uitzicht.

Hoe dan ook, na een uur zoeken naar mijn werkethos, besluit ik de blije labrador maar een extra uitje te gunnen. Het is geen mooie dag, maar van frisse lucht is nog nooit iemand minder geworden. En misschien vind ik de moed ergens op straat. Ik besluit een podcast aan te zetten op Spotify. Eigenlijk ben ik niet zo van de podcasts, maar ik hoor goede verhalen van vriendinnen die he-le-maal geïnspireerd raken, dus ik geef het een kans. De enige die ik luister zijn de ‘Vet Gelukkig’ podcasts van Stepping Stone Producties. Die boeien me echt. Verder ben ik geloof ik niet echt gemaakt voor zelfhulp-achtige, begeleide meditaties. Maar het is nu wel de tijd voor ‘out of the box’, dus ik zoek een willekeurige wandelmeditatie.

“Dag prachtmens!” schalt het uit mijn oortjes en ik moet al meteen de neiging onderdrukken om iets anders op te zoeken. Mooi?! Hoe weet jij dat nou, man? Ik zie er niet uit! En ik heb ook niet zulke mooie gedachten momenteel. Maar goed, adem in, adem uit.

Er klinkt een gong.

“Dan gaan we nu de zon groeten,” blaat het mens verder.
Zon groeten?
Ik kijk hoopvol omhoog. Geen zon te zien. Ook niet een beetje. De dag is grijs. Er hangt iets mistigs om me heen. En koud is het ook.
“Er is geen zon,” mompel ik sacherijnig voor me uit. Maar dan hoor ik dat ik op zoek moet naar de zon in mijzelf, als deze buiten niet schijnt.
Oké dan…

BRON: PIXABAY.COM 4664187

Ik zoek.
“Neuh, geen zon hoor. Alleen maar een irritant aanwezig grijs. Ja, ook van binnen. En hoezo moet ik nu een zonnegroet gaan doen? Midden op straat? Ze zien me aankomen hier in het dorp.”

Ik wandel verder. Dan maar zonder groet. Ik let op mijn ademhaling. Doe mijn best om aan niets te denken. Af en toe duwt er een natte snuit tegen mijn hand en word ik bijzonder blij toegelachen. In ieder geval heeft één van ons er plezier in.

Ik luister met heel veel moeite de hele podcast uit. Ik wandel bijna een uur stug door, waarna ik, ‘heel dankbaar voor mezelf en het leven’, de garagedeur open. Ik geef de hond een koekje wegens ‘braaf meelopen’ en trek mijn jas uit.

In een ijskoude garage doe ik dan toch maar die zonnegroet. Wie weet helpt het… 

Met een grote kop thee ga ik weer aan de keukentafel zitten. Ik slinger een jaren ’80 afspeellijst aan en kijk genietend naar de vogeltjes die af en aan de tuin bezoeken en zich tegoed doen aan mijn snacks.
Langzaam gloeit er een klein warm ‘iets’ vanbinnen.

Damn. Stomme podcast. Het werkt nog ook…

BRON: PIXABAY.COM 3986523

Geplaatst in Actueel, Afvallen, Borsten, Dankbaarheid, Divers, Edwin, Geluk, Hoe vrouwen denken, Ik, Liefde, Mannen

Hoera ik ben een kinderboerderij

Ik kijk naast me.

De verloofde ligt lief te slapen. Weer realiseer ik me hoe mooi ik hem vind. Met rimpels, grijze slapen en die ene hardnekkige haar die elke keer weer als een antenne op zijn oorschelp verschijnt. Verre van perfect, maar zo perfect voor mij. Zelfs in zijn slaap glimlacht hij.

Het dekbed is van hem afgegleden en zijn buik deint zachtjes op en neer door zijn ademhaling. Er is iets meer buik om te bewonderen dan 10 jaar geleden. De gelukskilo’s van borrels op vrijdag en lekkere etentjes zorgden voor wat meer lijf om van te houden. Ik wil hem niet storen, dus laat ik hem slapen en stap onder de douche.

Terwijl ik mezelf in sta te zepen, bekijk ik vanaf boven mijn eigen lijf. Hmmz, denk ik grinnikend, maar enigszins als een boer met kiespijn. Ik kan met mijn lijf inmiddels een hele kinderboerderij vullen. Ik heb geiten(tieten) en een hangbuik(zwijn). Als ik zwaai, dan zwaaien de kippen vol herkenning terug en de plaatselijke kalkoen zou een moord doen voor mijn kaaklijn. Inmiddels heeft ook de blinde mol zijn intrede gedaan als ik probeer de gebruiksaanwijzing te lezen op een veel te kleine verpakking. En met enige regelmaat sta ik schaapachtig voor me uit te staren als ik weer eens ben vergeten waarom ik eigenlijk naar boven liep.

bron: pixabay.com 4641246

Mijn innerlijke godin zwaait kreunend mijn jeugd uit. Terwijl ik het gras maai van mijn eigen boerderijtje, denk ik aan de schone slaper in de kamer verderop. Bij hem vind ik de rimpels prachtig. Ze getuigen van levenservaring en karakter. Zelf stond ik al op het punt om wat spuitjes te bestellen, maar de angst om de zoveelste tweelingzus te worden van de gemiddelde influencer op Insta, houdt me tegen. De man maakt zich in het geheel niet druk dat hij ouder wordt. Hij registreert het wel, maar heeft er geen mening over.

Prachtig.
Wil ik ook.

Ga ik dus doen.
Hopelijk.

Gewoon omarmen, dat wat is. Mijn gezonde prachtige lichaam dat een kind heeft mogen dragen. Mijn lijf dat me al zo’n tijd in het leven vergezelt en me, afgezien van wat kleine hobbels, nog nooit in de steek gelaten heeft. Ik wil er met liefde en dankbaarheid naar kijken. Gewoon zoals het is.

Gepoetst en geboend schuif ik na de douche terug naast mijn doornroosje. Genietend trekt hij me naar zich toe en snuift aan mijn haar.
‘Goedemorgen heerlijkheid, lekker geslapen?’
Ik blaat wat over goed geslapen en kakel een ‘ik hou van jou’.
Hij knuffelt als een wollig schaapje tegen me aan.

Mijn kinderboerderij is met hem erbij in ieder geval compleet.

bron: pixabay.com 4661499

Ook verschenen op www.hoevrouwendenken.nl

Geplaatst in Divers

Alweer twee jaar geleden- Afscheid van een lieve vriendin

mei 2020

Met lood in mijn schoenen loop ik het ziekenhuis binnen, nadat we bij de ingang volledig zijn doorgelicht en ontsmet. Het voelt ongemakkelijk om op een plek te zijn waar zoveel ziekte heerst. ‘Als Corona érgens is, dan is het hier,’ dacht ik nog. Vlak na: ‘je zal maar aan het doodgaan zijn in deze rare tijd…’

Ik loop je kamer binnen en daar zit je. Rechtop in bed. Broos. Maar lachend zoals altijd. Zonder je te knuffelen, neem ik plaats aan je bed. Daar ben ik dan. En we wisten allebei dat het de laatste keer zou zijn…

Lieve Lin,
Wat hebben we de afgelopen 2,5 jaar vaak over dit moment gesproken. We wisten dat dit, some day, zou gebeuren. En toch, als het dan zover is, dan komt het onverwacht en altijd te vroeg. Jouw feestje, waar je, heel ongezellig, zoals je zelf zei, niet meer bij zou zijn. “Ja, ik lig daar in die kist, maar hoe leuk is dat.” Inderdaad Lin, er is geen reet aan.

Ik zeg je dat je zo mager bent geworden. Dat kanker je wel razendsnel slank maakt. Maar dat ik dat er toch niet voor over heb. We lachen wat. Over korting op de kist, omdat je prima dubbelgevouwen in een kleine kist past. En over het uitstrooien van je as, omdat je ‘in zo’n potje op de schoolsteenmantel’ maar lullig vindt. We storen de rest van de patiënten op de kamer. Ze kijken ons niet al te vriendelijk aan, omdat we maar niet ophouden met lachen. Omdat er eigenlijk niets te lachen valt. Maar dat heeft ons nooit weerhouden.

Opgeven wilde Linda nooit en God weet dat ze het in dit leven niet cadeau heeft gekregen. Linda viel op door haar hele ‘zijn’. Altijd voor iedereen klaar willen staan, altijd geïnteresseerd in een ander en met een totale desinteresse voor wat er in de mode was. Linda breide gewoon haar eigen truien. Ik was jaloers op haar vermogen om totaal haar unieke zelf te zijn. Waar ik van de onzekerheden aan elkaar hing, leek het Lin weinig te kunnen schelen. Zij vond andere dingen belangrijker in het leven en was, in elke setting, volledig zichzelf.

Ik pak je broze hand in de mijne en we kijken elkaar aan. “Dit is het dan, ik ga dood, Marg,” zeg je en even zijn daar toch die tranen. “Ik heb een geweldige reservetijd gehad, mede dankzij jou.”
We halen herinneringen op. Aan strandwandelingen. Zij met haar kale hoofd, ik met haar pruik op. “Weet je nog…” zeg ik, “dat je je zo vrij voelde, die dag? De wind over je pluizige donshaar, blote voeten in het zand. En dat we zo ontzettend gelachen hebben over hoe ongelofelijk kut het allemaal was. Dat we uitrekenden hoe lang je nog had en wat we in die tijd dan allemaal nog samen konden ondernemen. Weet je nog Lin, dat we kostbare tijd deelden, altijd in de wetenschap dat die beperkt was?”

We zwijgen even. En genieten van de wegtikkende minuten van deze laatste ontmoeting.

De laatste tijd sprak ik Linda zo goed als dagelijks. En echt over alles. Ze vond het zo vervelend dat ze niets leuks meer te melden had. Dan zei ik dat ik er ook schoon genoeg van had. Dat gezeur over de kanker, haar pijn en dat ze om de haverklap in slaap viel en ik dus urenlang geen antwoord op mijn appjes kreeg. Zo waren Linda en ik. Keihard, gierend om onszelf en de ander. Ik vroeg haar wat veel anderen niet durfden te vragen, ze vertelde me dingen die ze eigenlijk niet durfde toe te geven. We schuwden niets en gingen dwars door alle pijn, verdriet en ongemakkelijker vragen heen. Het werkte voor ons.

“Dit is het dan meisje, ik ga je loslaten.” Ze wriemelt even aan de armband die ik haar gaf. Die zou met haar meegaan, zei ze al eerder. Als ‘Magere Hein met zijn spuit en koffertje’ komt om haar mee te nemen.

Ik bedank haar. Voor alles wat ze me gegeven heeft en alles wat ze me leerde. Voor al die bijzondere gesprekken en levenslessen. Voor het grote besef dat leven eindig is, soms eerder dan je wilt. En dat kanker vaak de liefste mensen meeneemt. Met een heel leeg gevoel wandel ik het ziekenhuis uit. ’s Avonds schrijf ik mijn afscheidsspeech die ik haar vervolgens mail. Want wat hebben mooie woorden voor zin, als je ze zelf niet meer kan horen…

We zeiden dat we van elkaar hielden en namen afscheid. Ik zei je dat, als de tijd daar zou zijn, ik niet nog een keer naar je toe wilde komen. Dit moment, dit was een afscheid zoals wij waren. Intens, rauw, open en eerlijk. Met een lach en een traan en met elkaar tot in het diepst van alles, soms zelfs zonder woorden, begrijpend. Mijn laatste beeld van haar is prachtig. Rechtop in bed, ondanks de pijn stralend en lachend. Ondanks de ellende vastklampend aan elke kruimel die die nog wel mooi en goed was. Ik zal je nooit vergeten lieve schat.

Ik ben zo blij dat je geen pijn meer hebt.
Maar God wat ga ik je missen.

Linda stierf op 19 juni 2020, drie weken nadat ik haar hand voor het laatst losliet. Wat vliegt de tijd.


Geplaatst in Divers

Liefde geven achter glas

april 2020

Alleen zijn. Soms wil ik dat maar al te graag. Ik vind mensen om me heen en gezelligheid heerlijk. Maar ik trek me bij tijden ook erg graag terug. Op de dagen dat ik dat gevoel in extreme mate heb, is zelfs de hond me teveel. Als die me hoopvol in al haar labradorschattigheid aan staat te staren, stuur ik haar weg, omdat ik gewoon even niet ‘nodig’ wil zijn.

In deze Coronatijden is dat dan ook het enige waar ik af en toe echt moeite mee heb. Kind – hoe makkelijk en geweldig lief ook – is 24/7 thuis. Hij doet niks, is niet vervelend en gaat zijn eigen gang. En toch voelt het alsof ik voortdurend moet zorgen of me zorgen moet maken. Heeft hij het wel leuk? Verveelt hij zich niet? Moeten we niet gaan wandelen, puzzelen, film kijken?

De eerste periode na de scheiding vond ik de kindloze weekenden verschrikkelijk. Nu vind ik het soms heerlijk, de wetenschap dat hij lekker bij papa, zijn nieuwe vrouw en kleine zus is. Hij heeft het daar goed en zij hebben op die momenten de zorg. Ik hoef dan even niks. Maar nu gaat hij al een paar weken niet meer daarheen, omdat vriend en ik na elkaar flink de griep hebben gehad. Of het Corona was, weten we niet, maar in deze tijden neem je geen risico.

En elke dag thuis betekent dus ook constant de hond in mijn nek, half op schoot of starend naar mijn boterham. Ik ben blij dat ze twee dagen per week met de uitlaatservice mee gaat. Weg! Onder de pannen! Even niet mijn pakkie an.

Ik weet dat ik weinig te zeiken heb. Ik hoor verhalen van vriendinnen met kleine kinderen. Voor hen is het pas écht pittig. Laveren tussen thuiswerk, de kinderen in het gareel houden, afstemmen wie wanneer kan videobellen, onrust en een hoop gedoe. Ik heb alleen die puber en die hond en een man die gewoon op zijn werk is. En ik zit veel op mijn kamer te werken. Als altijd relativeer ik mijn gevoel weer weg, omdat mensen het elders veel beroerder hebben. En toch… als ik mezelf even toesta te voelen, mis ik de rust van het even alleen mogen zijn.

Maar toen. Toen ontving ik via de app een foto van mijn lieve vriendin. Samen met haar kleine dochter brengt ze een tekening naar omaatje. Oma is de oma van mijn vriendin, de overgrootoma van haar kinderen. Onlangs is oma vanuit haar huis naar een verzorgingshuis gegaan.

Oma vergeet steeds meer. Haar herinneringen lossen op in de greep van de dementie. Haar niet meer kunnen bezoeken is verschrikkelijk, want over een tijdje heeft de vergetelheid gewonnen en weet ze niet meer wie haar familie is. Dat gebeurt nu al soms. Deze tijd samen is dus super waardevol en komt nooit meer terug. Ze raken oma steeds een beetje meer kwijt.

En nu krijgt oma door het raam een tekening van haar achterkleindochter. Liefde geven moet op afstand en achter glas. De foto verscheurt mijn hart.

Ik trek man, kind en hond even dicht tegen me aan. Alleen zijn en eenzaamheid is aan de orde van de dag voor heel veel mensen. Wij maken plannen voor ‘hierna’, voor als Corona verloren heeft en wij gewonnen. Maar voor sommigen is er geen ‘hierna’. Die brengen de waarschijnlijk laatste maanden van hun (bewuste) leven in isolatie door, weg van de mensen van wie ze houden.

Dat relativeert. Enorm.

Privébeeld MK
Geplaatst in Divers

Brakke vakantie

Oktober 2019


Vriend en ik ‘wonnen’ afgelopen januari een veiling op ‘Vakantieveilingen’. Dat doen we vaker. We hebben al een paar stedentrips gemaakt en ook al twee mooie weekjes in de zon gehad. Dit keer werd er een 5-daagse verrassingsreis naar Spanje geveild. We zouden landen op Barcelona, de exacte bestemming werd drie weken voor vertrek bekend gemaakt. Reis, inclusief all inclusive verblijf, voor 300 euro in een driesterrenhotel. Geweldig, nog even nazomeren aan de Spaanse kust.

We vertrokken eind september. Bestemming: Lloret de Mar. Daar wil je als veertigplusser nog niet dood gevonden worden in het hoogseizoen, maar zo eind september dachten we dat het wel mee zou vallen.

Verrassing: dat viel het niet.

Onze huurauto bracht ons naar een vervallen gebouw dichtbij het strand van Lloret. Helaas was dat niet ons gebouw. Dat was namelijk een bijgebouw, wat zo mogelijk nóg aftandser was. Een klein kamertje, oranje badkamer(tje) en prachtig zicht op de overburen. Maar het kon ons niet schelen, we waren op vakantie. Zin in de zee, de zon en de rust.

Die avond realiseerden we ons al dat er van die rust niet veel terecht zou komen. Het hotel werd overspoeld door Engelsen die, zo leerden we later, al vanaf 9 uur ’s ochtends dieper dan diep in ieder voorhanden alcoholglaasje keken. Onder het motto “Het is all-inclusive, dus we willen waar voor ons geld” gingen ze niet alleen tekeer tegen elkaar, maar ook qua drank en eten.

En dat terwijl de obesitas ons echt om oren vloog. Ik ben, gezien mijn verleden, de laatste die ooit aan fat-shaming zal doen, maar deze mensen lieten zich zó ontzettend gaan. Dames en heren van zeker 140 kilo zwalkten voorbij in nietsverhullende dunne hemdjes en veel te kleine korte broeken, met hun borden volgeladen met friet, kipnuggets, hamburgers en andere ondefinieerbare vette bende. De zin om te eten verging me spontaan. Nu ben ik toch al geen groot fan van het vreetschuurconcept, maar hier werd ik daadwerkelijk misselijk van. Man man, wat een rariteitenkabinet.

Dag twee kwam de regen met bakken uit de lucht. Het was wel voorspeld, maar we hoopten dat het mee zou vallen. Niet dus. De troosteloosheid van het hotel werd nog eens met verve benadrukt. Binnen vermaakten vriend en ik ons kostelijk met elkaar en we hadden de dag van ons leven. Toen de zon aan het eind van de dag doorbrak, wandelden we naar de zee en werden verrast door de schoonheid van de Spaanse Costa. Wow!

Heerlijk opgefrist door de zeelucht kwamen we terug op de kamer, waar ons vanaf het balkon van de buren een misselijkmakende wietlucht tegemoet kwam. Roken die Polen wiet alsof het sigaretten zijn of zo? Allemachtig…

De twee dagen daarna was het geweldig weer en dankzij onze huurauto kwamen we op prachtige plekjes. Echt, ik zeg het nog maar eens, wat is het daar práchtig! In het hotel werden we aanvankelijk gek van de herrie. Onze kamer grensde aan het terras, waar de Engelsen en Russen elkaar op standje ‘KENNELIJK STOKDOOF!!!’ toeschreeuwden. Tot diep in de nacht. En maar zuipen. En vreten. En zuipen. Oh, en had ik al vreten en zuipen gezegd? We hebben ons kapot gelachen, schreeuwden gezellig wat terug, deden de deur dicht en vermaakten ons maar weer met elkaar. Het was een topvakantie!

Na alle paradijselijke plekjes waar we de laatste jaren heen zijn gereisd en waar we een godsvermogen voor een week neertelden, was dit een béétje anders. Het kost niks, was ook niks en tegelijkertijd alles. Omdat we enorm op elkaar aangewezen waren. En als je elkaar vaak moet missen en nog steeds verliefd bent, is dat helemaal niet erg.

Geplaatst in Divers

Ken je die mop van die grote schoonmaak?

De hele week verheug ik me al op mijn vrije vrijdag. Man aan het werk, kind nog met zijn vader op vakantie en dus het rijk alleen. Vanaf maandag ben ik al bezig met het opstellen van mijn grote schoonmaaklijstje.

Eens in de zoveel tijd krijg ik het op mijn heupen en moet alles van de muur en van zijn plek en worden geboend, gepoetst en gedweild. Het feit dat mijn witte sokken na één keer door het huis banjeren grijze zolen hebben, geeft aan dat dit laatste ook echt weer eens nodig is. Het is niet zo dat we hier zitten te vervuilen in huisje weltevree – we hebben een hond, ik swiffer en stofzuig dagelijks een konijn aan haar van de vloer – maar aan meer dan de basispoets kom ik meestal niet toe. Dus ik heb wilde plannen. Heerlijk.

Vrijdagochtend. Klut. Ik heb geen wekker gezet, dus is het al 9 uur als ik wakker word. En ik heb honger. Het plan om meteen met de bovenverdieping te beginnen, laat ik even varen. Eerst maar eens een Netflixje. Ik ben net met Suits begonnen en niks kijkt zo lekker weg tijdens de superfoods met Skyr als een paar lekkere mannen in een Italiaans maatpak.

Na 1 aflevering kijk ik op de klok. 10 uur. Ach, de dag is nog lang, dus ik besluit mezelf er nog eentje te gunnen. Ik haal de melk alvast uit de koelkast voor een lekkere latte, waarmee ik mezelf straks na het poetsen ga verwennen en nestel me nog even in een deken.

10:45u. Met een zucht hijs ik me van de bank. Hond kijkt me smekend aan, maar die is nog lang niet aan de beurt, dus die stuur ik met een bot naar buiten. Jemig, wat een onkruid in de tuin. En wat een mooi weer is het eigenlijk… Ik trek de schoffel tevoorschijn en maak de tuin weer netjes. Ik schrijf ‘Achtertuin doen!’ bij op het lijstje en zet er meteen een trots vinkje voor. Waarom ik acties die al klaar zijn ook nog op mijn lijst zet is me een raadsel, maar het vinken voelt gewoon lekker.

Nu ik de zon heb gevoeld, realiseer ik me dat het een prima dag is om de was buiten te hangen. Once again, wassen stond niet op de to-do list. Ik hark handdoeken bij elkaar en het  beddengoed van zoonlief en prop alles in de wasmachine. Ik schrijf ‘wassen’ op mijn lijstje. Vinkje mag straks.

De zon is echt lekker gaan schijnen. Zonde om daar niet even van te genieten. Die latte kan nu ook wel. Als ik koffie aan het zetten ben, valt me op dat de ovendeur smerig is. Die kan ook wel eens een beurt gebruiken. Ik spuit er wat zooi in en loop naar buiten. Met een emmertje koffie strijk ik neer op de loungeset in de tuin en pel mezelf uit steeds meer kleding. Na alle regen is dit zo welkom. En mijn boek is zó leuk!

In mijn achterhoofd schreeuwt mijn lijstje moord en brand, maar ik druk het succesvol weg. Ik heb potdorie de hele week gewerkt, ja! En morgen is het toch weer een zooi.

13:00u. Net als ik wil beginnen aan de bovenverdieping, zie ik de druipende oven. Shit ja, daar moest ik nog wat mee. Ik vul mijn lijstje aan met de woorden ‘Oven schoonmaken’ en vink het af. En het vinkje bij ‘wassen’ zet ik nu ook maar meteen. Ha, lekker.

Ik frons, want ik heb nog helemaal niets gedaan van wat ik van plan was. Terwijl ik dat bedenk, plingt mijn telefoon. ‘Nieuw bod op Leren Ibiza-riem’, kopt het pushbericht. Top! Na wat heen en en weer berichten kom ik tot overeenstemming met de koper en beloof haar dat de riem vandaag nog op de post gaat. Ik schrijf ‘Pakje wegbrengen’ op mijn lijst.

Enfin. Na alles wat ik niet van plan was te hebben afgerond, trek ik met de Franse slag een stofzuiger door de tent en een lap over de plee. Nog even lezen in de zon voor ik moet gaan koken en met man aan het weekend ga beginnen.

Hopelijk regent het volgende week vrijdag.

Geplaatst in Divers, Mama

Loslaten, hoe moest dat ook alweer?

juli 2019


Mijn kind werd onlangs vijftien. Het is een prachtjong. Knap, slim, lief en vooral: heerlijk nuchter. Een combinatie van de mooie eigenschappen van zijn vader en van mij. Wij maakten weliswaar een potje van ons huwelijk, maar dit product ervan klopt op alle fronten.

We hebben hem ook best streng opgevoed. Luisteren, lief zijn voor anderen, aan tafel blijven zitten tot iedereen klaar is en interesse hebben in je medemens. Basisnormen en -waarden, volgens ons, al zie ik die tegenwoordig steeds minder langskomen. We hebben het goed gedaan met hem – vind ik zelf – en voor echte puberuitdagingen hebben we nog niet gestaan.

Tot voor kort was het kind ook nog lekker ‘huizig’. Ik zeg lekker (omdat ik het stiekem fijn vond om voortdurend te weten waar hij uithing), maar eigenlijk stoorde ik me mateloos aan het eeuwige gehang op zijn kamer met de telefoon en het gerace op de X-Box. Mijn mooie kind, dat zoveel te bieden heeft aan de wereld, spendeerde de mooiste jaren jaren zijn leven in een donker en muf puberhol, bij moeders thuis. Doodzonde vond ik het.

Maar ineens… was daar het licht. Kind had stante pede geen zin meer in het gehang en trok er met mooi weer op uit. Er werden afspraken gemaakt met vrienden en vriendinnen. Samen de stad in en naar het strand. De vriendenclub werd zienderogen groter. Ik hoorde nieuwe namen en kreeg steeds vaker appjes in de trant van ‘kom later thuis’, ‘eet niet mee’, en ‘ben nog even met die en die op pad’. Ik genoot van deze nieuwe fase en vooral van de fantastische open gesprekken die we daarna konden voeren.

Afgelopen dinsdag hoorden we dat hij, na een behoorlijk eindsprint, tóch over was naar de vierde klas. Wat een opluchting en wat een trots. Dat moest natuurlijk gevierd worden. Hier thuis met lekker eten en ook buiten de deur, met alle vrienden. Er werd een groepsapp aangemaakt. Er moest een strandfeest komen met kampvuur en vreetwerk. Ik dacht meteen terug aan mijn eindexamenfeest. Dronken, nog veel te jonge klasgenoten sloopten het terrein rond het meertje waar wij ons feestje hielden. We haalden er zelfs de krant mee. Zelden heb ik me ongelukkiger gevoeld. Mijn groepje vrienden, nuchter en nog bleu, kroop bij elkaar, ver weg van al die anderen die zo graag ‘groot’ wilden doen. Ik bevond me een in een situatie waarin ik me allesbehalve op mijn gemak voelde.

Voor het strandfeest van mijn zoon deelde ik die verhalen met hem. Maar deed ik daar goed aan? Ik kan hem van tevoren waarschuwen over groepsdruk en vertellen dat hij weg moet gaan als iets uit de hand loopt of als er iets gebeurt waar hij zich niet goed bij voelt. Maar maak ik dan geen sukkel van hem, zo’n sulletje dat van zijn moeder niets mag? Op je bek gaan hoort er tenslotte bij, ook als je vijftien bent.

Hij kwam die nacht heel laat thuis. Ik heb lang wakker gelegen met de telefoon onder mijn kussen. ’s Nachts checkte ik mijn berichten. Hij had laten weten hoe laat hij weggefietst was en dat hij veilig in zijn bed lag. Volgens afspraak.

De dag erna hoorde ik dat hij met een klein groepje ergens anders was gaan zitten. Klasgenoten en vrienden van klasgenoten hadden drank gekocht en zaten te blowen. “Daar hadden we geen zin in, mam”. Er was een kampvuur en marshmallows. Er was nachtelijk zwemmen, meiden opwarmen en gezelligheid. Mijn kind gloeide en ik gloeide met hem mee. Van trots. En van angst en allerlei andere gevoelens die ik nog niet kan duiden.

Mijn mooie kind wordt groot. En dat is geweldig. Maar dat loslaten, hè. Hoe doe je dat precies?