Geplaatst in Actueel, Afscheid, Den Haag, Hoe vrouwen denken, Ik, Liefde, Mama

Dag middelbare school

Kind deed examen. En nu is kind klaar.
Zes jaar middelbaar, het zit er gewoon ineens op.
Van de eerste dag brugklas naar de laatste dag examenjaar.
Poef, voorbij.

Na alle stress van de afgelopen weken, afgekloven nagels en slapeloze nachten (van mij) en kilo’s eieren, tosti’s en ander pubervoer (voor hem) viel gisteren dan toch echt het doek. Laatste punt gezet onder zijn examen Engels en dat was dat. We hebben er een goed gevoel over. Gemiddeld staat hij lekker, dus het moet wel heel raar lopen. Maar tot 9 juni blijft het nog even spannend.

Vanavond was zijn examenfeest. Dresscode: op je sjiekst. Nou, dat deed hij. In vol ornaat; driedelig met een stropdas. Wow. Is dat mijn kind? Die lange slungel met dat baardje in een tof pak. De trots kwam mijn oren uit.

Ik mocht hem wegbrengen en omdat we wat te vieren hadden (het was tenslotte woensdag, de hele dag droog en, o ja, DE EXAMENS WAREN KLAAR) gingen we eerst lekker wat eten. Hij mocht kiezen wat, dus dat werd, hoe verrassend, pizza. Maar dan wel eentje in de categorie ‘alles vers’. Heerlijk. We genoten van het eten en van het afzeiken van andere restaurantgangers.

De tijd tikte keihard door, dus na wat snel gehark aan zijn kant en het vragen van een pizzadoos voor mijn nog meer dan halve pizza-restant, togen we naar de feestlocatie: een grote kroeg in Den Haag. Daar stond al een rij zelfverzekerde, hooggehakte dames met daarnaast een kudde ietwat ongemakkelijke jongens, plukkend aan hun jasjes.

Tja, en toen…
…moest ik weg.

Ik wilde zó graag nog zó veel vragen…
Wie zijn je vrienden? Kan ik ze zien? Waar heb je zes jaar lang, dag in dag uit, mee op school gezeten en tijdens de lunch mee gelachen? Wie ben jij als je met leeftijdsgenoten bent? Mag ik alsjeblieft gewoon even mee naar binnen om te kijken hoe het er daar uit ziet? Hoe je begroet wordt? En hoe de meiden naar je kijken?

Maar ik vroeg het niet. Ik gaf hem zelfs geen kus, maar zwaaide en liep door.

Eenmaal terug in de auto overviel me een totale leegte.

Toen hij afscheid nam van groep 8 was er een rode loper op het schoolplein. Wij, de ouders, stonden ernaast en klapten en joelden. Niet alleen voor onze eigen kinderen, maar ook voor alle vriendjes en vriendinnetjes. Ik kende ze allemaal, van haver tot gort. En van de meesten kende ik zelfs de ouders.

Bij het eindfeest van groep 8 mochten ouders het laatste half uur ook naar binnen. We zagen jankende meiden en zich groot houdende jongens. Het was voorbij, de wijde wereld lokte. En ik kon hem stiekem troosten, omdat ik wist dat onder dat masker toch een klein, nog best wel angstig mannetje zat.

En nu? Nu heb ik geen idee. Niet wat hij doet, niet hoe hij zich voelt. Hij is bijna volwassen en gaat al zes jaar zijn gang op een school die ik maar een paar keer van binnen heb gezien. Op al mijn vragen is ‘goed’ een passend antwoord. Hopelijk hoor ik straks iets meer als ik hem weer ophaal…

Nog even en dan gaat hij studeren. In een andere stad. Nóg meer leven buiten het gezin om. Misschien wel op kamers. Hoe lang nog voor er geen slaperige jonge vent meer aan de ontbijttafel zit en die ‘goedemorgen’ gromt.

Mijn moeder vraagt me zo’n beetje elke week naar mijn planning. “Wat ga je doen? Met wie? En hoe voel je je?” En ik denk soms wel eens: wat maakt jou dat nou uit? Onthoud je werkelijk wat ik allemaal van plan ben? Dat interesseert jou toch geen reet?

Maar nu weet ik het. Het interesseert haar wel degelijk.
Met die flinters informatie over mijn leven houdt ze mij dichtbij.

I feel you, mam.

Ook verschenen op http://www.hoevrouwendenken.nl

Geplaatst in Afscheid, Angst, Dankbaarheid, Den Haag, Ik, Liefde, Strand, Toekomst, Vooruitgang, Werk

The start of something new…

 

Anderhalve week geleden startte ik bij mijn nieuwe werkgever. De laatste minuten voordat ik de IMG_20170306_191150_636_resizeddraaideur doorging en binnenkwam in het immense gebouw voelden als de start van een eerste schooldag. Wat had ik graag mijn moeder aan de hand gehad die nog even bij me kon blijven voor ik werd overgeleverd aan de juf die een vreemde voor me was. Maar helaas, ik was alleen en met buikpijn van de zenuwen schudde ik de hand van mijn nieuwe juf manager. Het ging beginnen.

De eerste week vond ik, eerlijk gezegd, verschrikkelijk. Al die gezichten, al die nieuwe termen, afkortingen, programma’s enzovoorts. Het duizelde me. Met het rondje door het gebouw waren we een halve dag bezig. Zelfs een simpel doosje paperclips halen was een hele onderneming. Het is er zo groot dat ik voortdurend mijn eigen werkplek kwijt was. En het toilet. En het koffieapparaat.

Mijn nieuwe collega’s (veertig in mijn team, ruim honderd op de afdeling) waren vriendelijk en meer dan bereid om me met alles te helpen. Toch kon ik na een paar dagen niet anders concluderen dan dat ik beroerd was van de heimwee. Wat verlangde ik terug naar de plek waar ik zestien jaar had rondgelopen. Naar werk dat ik kende en mensen die ik liefhad.  Ik realiseerde me ineens dat dat allemaal voorbij is. Echt voorbij. Ik woon nu hier, werk nu hier en ben ver bij mijn vriendinnen en familie vandaan. Even janken bij mammie gaat niet meer zo makkelijk als vroeger. Het greep me die eerste week naar de keel.

Maar dan…

Weekend. Het zonnetje schijnt. Tijdens uurtjes op het dakterras met een boek en een kop thee, voel ik de spanning uit mijn schouders wegebben. Ik spreek mezelf vermanend toe. ‘Kom op zeg, je bent een grote meid. Je kunt en wilt dit. Je hoofd en hart zijn na jaren eindelijk op dezelfde plek. Je ligt elke avond in de armen van de liefste man die je je maar wensen kan. Geen gezeik, geen gebrul om mama, schouders eronder en gaan.’

Dus liep ik afgelopen maandag met opgeheven hoofd het kantoor binnen. Ik zocht een plekje ergens middenin de afdeling (flexwerken, echt het blijft ruk!) en kletste hier en daar wat met mijn nieuwe collega’s. Ik lachte zelfs een paar keer. Ik snapte waar ik mee bezig was en met welke projecten ik me mag bemoeien. Mijn nieuwsgierigheid nam de overhand en de zin om me in mijn werk te begraven nam toe.

Dinsdag. Mijn eerste externe vergadering. Met de tram reis ik helemaal naar het uiterste puntje van Scheveningen: Het Zwarte Pad. De tour door de stad is een belevenis. Lijn 1 is een oude, gammele tram en hij komt langs vele hotspots die de stad rijk is. Ik kijk mijn ogen uit. Op het eindpunt zit ik nog als enige en ik zwaai naar de machinist wanneer ik uitstap. Het zonnetje schijnt en ik zie de zee voor me liggen, evenals het hotel waar ik moet zijn. Ik ben te vroeg omdat ik hier even rond wil kijken. Dit stuk hier, de boulevard en het strand, is onderdeel van één van mijn projecten. Natuurlijk ben ik veel te vroeg, bang om op het laatste moment, of te laat, aan te komen. Het is fris, maar ik besluit toch even te gaan zitten op een bankje op de boulevard. Op het strand is het druk, de strandtenthouders zijn bezig met het opbouwen van hun tenten. Er wordt hard gewerkt en de lente hangt in de lucht. Heerlijk! De frisse wind drijft me naar binnen waar ik onder het genot van een kop thee en een lekkere muffin (hier geen droge koekjes, maar een muffin!), naar buiten staar. Mijn e-reader ligt onaangeroerd op mijn schoot. Ik staar naar buiten, naar de duinen en de zee en een glimlach verschijnt op mijn gezicht.

 

Het is me gelukt….

 

 20170314_095602_resized

 

Marga, 17 maart 2017

 

Geplaatst in Den Haag, Divers, Hoe vrouwen denken

Waar ben ik?

 

De oplettende lezer heeft het inmiddels al een keer of tig kunnen lezen: ik ben verhuisd. Van een kleine stad naar een heul grote stad aan de andere kant van het land. Een enorme overgang en ik moet aan alles wennen. Van het nieuwe accentje, naar de tramrails op de weg (überhaupt, die trams! Ik heb er na mijn rijexamen nooit iets mee hoeven doen, dus hoe zát het ook alweer met die regels?), naar boodschappen kunnen doen op zondag. Oké eerlijk, aan dat laatste was ik vrij snel gewend, maar voor de rest kost het nog wel even tijd voordat ik hier mijn weg heb gevonden. Ja, ook letterlijk.

Qua richtingsgevoel ben ik een échte vrouw. Ik kan fileparkeren, kaartlezen en vlot rijden, maar de weg vinden zonder navigatie (of kaart) is een drama. Dat was het al, maar dat is hier nog even net een beetje erger. ‘Ga hier links’ klinkt simpel, maar als je vier banen naar links hebt waarvan er drie busbanen en trambanen zijn, dan ontstaat er een lichte paniek. Met achter me een tram, voor me een bus, fietsers die me om de oren vliegen en claxonerende auto’s kan een extra deootje geen kwaad. Wat-een-hel! Ik snap nu inmiddels wel waarom er zoveel trams rijden; er is geen hond die het erop waagt om met de auto te gaan.

Ik voel me een toerist in mijn eigen woonplaats. Als Vriend met mij ergens heen rijdt, dan is het net alsof hij op stap is met zijn demente oma. Ik zit enthousiast naast hem en wijs hem op de prachtige panden die deze stad rijk is. Dan glimlacht hij maar weer eens zuchtend en zegt zacht dat we hier vorige week ook al gereden hebben. En dat ik toen precies hetzelfde zei.

Ik lach het weg en roep dat het voor mij heel leuk is, want het is elke keer weer nieuw. Maar ondertussen baal ik als een stekker. Ik onthoud het niet en ik weet het niet. Al ben ik ergens dertig keer geweest, dan nóg weet ik de weg niet. En waar ik me in mijn simpele stad nog wel kon redden met mijn navigatie, ga ik zelfs daarmee hier genadeloos onderuit.
Hopelijk wordt het OV mijn beste vriend. Bijna 40 en voor het eerst in een tram. Het moet niet gekker worden.

Marga, 5 december 2016
Geschreven voor http://www.hoevrouwendenken.nl

Geplaatst in Den Haag, Edwin, Thomas

Missen

Ik dacht dat ik wist wat missen is. Na vijf jaar latten en voortdurend afscheid nemen zou ik zweren dat ik een goed beeld had bij gemis. 

Ik had het mis.

Gisteren zwaaide ik naar jullie toen ik na het eten weer terug moest naar “huis”. Jullie stonden in de deuropening met zijn drietjes.  Mijn mannen en ons harige meisje tussen jullie in. Jullie zwaaiden enthousiast, zij keek vooral verward. 

‘Dag mama, tot vrijdag.’

‘Dag lieverd, kom gauw weer thuis.’

Weer die verrekte 160 stille kilometers die me bij jullie vandaan houden.

Het huis dat ooit ons thuis was is leeg zonder jullie. De spullen zijn ingepakt, het bord met de o zo gewenste tekst staat in de tuin. 

Verkocht.

Ik zit op de bank in het donker, want de lampen ingepakt, met een opgewarmd soepje, want geen zin om te koken en nu weet ik pas echt wat gemis en leegte is.

Je appte dat je aan het koken was. Ik zie jullie samen zitten aan tafel, etend, pratend of misschien wel zwijgend. Ik zie jou op de bank met een wijntje en alleen in ons bed. Net zo alleen als ik hier ben. Meer alleen dan ik ooit ben geweest, want de kleine man was er bijna altijd. Die knuffelde ik als ik jou mistte, kuste ik voor het slapen gaan en lag veilig in de kamer naast me. Zijn leven is nu daar. In een nieuw huis, een nieuwe stad en op een nieuwe school. Het mijne nog altijd versnipperd tussen twee werelden. Veel teveel hier naar mijn zin. Veel te weinig daar om mama en vriendin te kunnen zijn zoals ik dat wil. 

Nog even en dan is de overdracht geweest. Dan mag het nieuwe stelletje hier gelukkig worden. En dan komt er die droombaan, dat weet ik zeker. Met die baan houdt het hier op. Dan kunnen we eindelijk echt aan ons leven beginnen. Ik kan niet wachten. 

We proeven af en toe een dagje aan hoe het kan zijn. Hoe je moe uit je werk komt en het eten dan klaar staat. Hoe ik dan ’s avonds nog even een rondje hondje doe en altijd dezelfde mensen tref op het hondenveld. Hoe ik dan thuiskom en we samen koffie drinken en hoe we op de bank ’s avonds goede gesprekken voeren met mijn hoofd op je schoot en de muziek aan. Een warm en zacht knuffellijf om tegenaan te kruipen en gewoon een welterustenkus of goedemorgen schat. Gewoon de kleine grote man ondersteunen op weg naar volwassenheid.  Pionieren met elkaar en met hem. Genieten en zoeken, botsen en goedmaken. Gewoon een gezin, in alle simpelheid, maar juist zo enorm bijzonder omdat we dat beiden zo lang hebben moeten missen. 

Home is where the heart is. Home is waar jullie zijn. 

Bijna thuis lieverds… 

Ik mis jullie. 

Marga, 21 september 2016 

Geplaatst in Den Haag, Divers, Thomas

Pokégekte

Zoon doet sinds kort ook mee aan dé hype van dit moment. Het zoeken van digitale beestjes in de wereld om je heen. Dat voelt wat nutteloos en tot voor kort dacht ik ook dat het dat was. Totdat hij op pad ging en terug kwam met verhalen over de zoektocht in zijn nieuwe woonomgeving. “Er zat een *dinges* in het huppeldepuppark, mam en daar trof ik heel veel jongens die met hetzelfde bezig waren. De een zat in een nog hogere level dan de andere…” 

In eerste instantie ging bij mij het licht al uit bij “Er zat een *dinges*“,maar toen ik nog eens goed luisterde hoorde ik wat hij eigenlijk zei. Ik heb een park gevonden en jongens die met hetzelfde bezig zijn als ik. Buiten!
Zoon zit, als hij de kans krijgt, de hele dag met de gordijnen dicht te ruften in zijn (weliswaar nieuwe) puberhol met een X-box controller in zijn hand. Nu zag ik een blozend jongetje met zere voeten van het lopen, want “Ik moest nog maar een kilometer voordat mijn ei uit kwam, dus ik heb nog een rondje extra gelopen.” ’s Avonds ging hij geheel vrijwillig mee de hond uitlaten en omdat hij een *dinges* zag in weer een ander parkje (“Echt mam, het is heel dichtbij”), ontdekten we een groot hondenveld. Naast de qualitytime samen, was het wederom win-win. Hij een verzameling *dingesen*, ik een uurtje met mijn zoon. De constante stroom verhalen over pokeballen en pokestops nam ik maar voor lief.
Tja en als je dan toch in Den Haag woont en een kwartiertje fietsen bent verwijderd van dé Pokémonhoofdstad van het land, kon het natuurlijk niet anders dan dat zoon daarheen wilde. Of ik mee ging…. Even was ik geroerd, zoon wil zijn liefde met me delen, maar het bleek te gaan om mijn telefoon. Hij had een wifihotspot nodig…
In Kijkduin keek ik mijn ogen uit. Hele hordes mensen bevolkten het Deltaplein, starend op hun telefoon of vierend dat er weer iets was gevangen. Ik nestelde mezelf op een terrasje terwijl zoon met een haast manische uitdrukking in zijn ogen vertrok met twee telefoons. Ik genoot van de zee en het spektakel voor me. “Ik zie een gigantische *dinges*  op het strand”, hoor ik plotseling iemand schreeuwen. Het bleek het toverwoord om de massa in beweging te zetten. Mannen, (zwangere) vrouwen, mensen met kinderwagens en ja ook wat kinderen holden richting het strand. Honderden hysterische fans kwamen in beweging. Dat wilde ik van dichtbij bekijken. Met mijn handen in mijn zakken slenterde ik over het plein. De massa kwam weer terug. “We waren te laat, hij was al weg”, riep iemand teleurgesteld en iedereen dook weer in zijn telefoon. Ik kreeg hetzelfde gevoel als de ochtend van de eerste uitverkoop in de V&D na het faillissement. Ik wilde niets kopen, alleen maar afscheid nemen van het tijdperk. Om me heen dromde de massa met een wilde blik in de ogen op zoek naar koopjes. Tussendoor slenterde ik, blij dat er niets was dat ik wilde hebben. Ik ervoer hier dezelfde vrijheid. Ik nestelde me op een bankje, staarde naar de zee en de blauwe lucht, hoorde de meeuwen en kon dat geluksmoment niet eens op Facebook zetten, aangezien zoon met mijn telefoon rondbanjerde. En het was heerlijk. Achter me rende de massa weer langs op weg naar een ZBDP (Zeer Belangrijk Digitaal Poppetje) en voor me duwden mensen elkaar aan de kant om er vooral het eerst te zijn. Ongekende gekte…

Toen ik het na een uur zat was zocht ik zoon weer op en werd, tijdens de fietstocht terug naar huis, overspoeld met verhalen over *dingesen* die grotere *dingesen* worden als je maar genoeg van dezelfde soort verzamelt en over de hoeveelheid beestjes die hij had gevangen.

Opeens zag ik geen massahysterie meer. Ik zag mensen die buiten en met elkaar een spel spelen. Ik zag een twaalfjarige met blozende wangen en stralende ogen die heerlijk in de frisse buitenlucht aan het genieten was.

Nutteloos of niet. Ik ben fan!

Photo Collage Maker_ZdfLy0_resized

Marga, 19 augustus 2016

 

 

 

 

Geplaatst in Den Haag, Divers, Thuis, Toekomst

Streekpost

Vanaf het moment dat ik weet wat een brievenbus is en dat er een verschil bestaat tussen streekpost en overige bestemmingen ben ik heel trouw geweest in het sorteren. Ik heb altijd visioenen van een totaal overspannen postmedewerker die ingehuurd is voor overige bestemmingen en ineens een kaartje moet verwerken waarvan de bestemming dicht bij huis ligt. Volledig in paniek…
Overige bestemmingen was voor mij mijn hele leven alles buiten de postcodegebieden 7000 en 8000. Dat zit erin gebakken, dat is altijd zo geweest. Tot nu.

Ik ben verhuisd.

Mijn familie en vrienden (op eentje na) belandden bij het schrijven van de verhuiskaartjes op de grote stapel overige bestemmingen. De stapel streekpost omvatte slechts twee kaartjes. Een vriendin en mijn nieuwe schoonvader. Omgeving 2000 is nu mijn thuis, het netnummer 038 werd 070.

In voormalig huisje weltevree prijkt nog steeds het bord: Te koop. Dat houdt automatisch in dat het huis aangekleed moet blijven en verhuizen niet meer was dan iets meer kleding meenemen en wat onmisbare spulletjes. Ik stapte op zomaar een doordeweekse dag met een koffer met kleding in de auto en stapte twee uur later hier weer uit. En toen was ik verhuisd. Geen afscheidsmoment van mijn huis, geen groot vaarwel…

Gaandeweg deze verhuisvakantie zijn er toch wat meer meubels hierheen verhuisd (‘schat, mijn spullen zijn gewoon mooier dan de jouwe’) en is mijn huis langzaam ontmanteld. Ontdaan van haar spullen en haar ziel. Geef mij maar de quick and painless variant. Pleister met 1 ruk ervan af, even janken en weer door. Nu trekt het haartje voor haartje los en voel ik elk pijnlijk stapje in dat proces. Het wordt minder en minder mijn huis. Dat is goed, mijn toekomst is hier bij hem, maar dat de plek waar ik mezelf weer heb teruggevonden, nu afgedankt en uitgekleed achterblijft doet me zeer. Ze verdient meer.

De komende tijd zal ik er wekelijks slapen. Zolang ik de verantwoordelijkheid hou voor haar, blijf ik werken in 038. En kan ik kaartjes sturen naar de mensen die ik liefheb en blijft 8000 gewoon nog even streekpost. En hoe veilig dat ook altijd heeft gevoeld, ik hoop dat ik snel mijn nieuwe thuis, volledig mijn nieuwe thuis mag noemen. Zonder gereis, zonder versnippering en zonder tas inpakken. Volledig met hart en ziel op één plek.

Ik laat nu twee mannen achter als ik hier vertrek.

Home is where the heart is. Dat voel ik elke keer als ik hier de deur dichttrek. Bij hen ben ik thuis. Met veel vertrouwen beginnen we met zijn drietjes aan onze nieuwe start.

Marga, 11 augustus 2016

20160811_134348.jpg

Geplaatst in Den Haag, Thomas

Nieuwe stap

Omdat foto’s soms meer zeggen dan woorden en iemand anders mijn gevoelens goed ving in een gedichtje, dit keer geen uitgebreide tekst.

Vandaag was de open dag van Thomas’ nieuwe school in Den Haag. We hebben genoten en waren er allemaal bij.

image

image

image

image

image

image

image

image

image