Geplaatst in Actueel, Afscheid, Den Haag, Hoe vrouwen denken, Ik, Liefde, Mama

Dag middelbare school

Kind deed examen. En nu is kind klaar.
Zes jaar middelbaar, het zit er gewoon ineens op.
Van de eerste dag brugklas naar de laatste dag examenjaar.
Poef, voorbij.

Na alle stress van de afgelopen weken, afgekloven nagels en slapeloze nachten (van mij) en kilo’s eieren, tosti’s en ander pubervoer (voor hem) viel gisteren dan toch echt het doek. Laatste punt gezet onder zijn examen Engels en dat was dat. We hebben er een goed gevoel over. Gemiddeld staat hij lekker, dus het moet wel heel raar lopen. Maar tot 9 juni blijft het nog even spannend.

Vanavond was zijn examenfeest. Dresscode: op je sjiekst. Nou, dat deed hij. In vol ornaat; driedelig met een stropdas. Wow. Is dat mijn kind? Die lange slungel met dat baardje in een tof pak. De trots kwam mijn oren uit.

Ik mocht hem wegbrengen en omdat we wat te vieren hadden (het was tenslotte woensdag, de hele dag droog en, o ja, DE EXAMENS WAREN KLAAR) gingen we eerst lekker wat eten. Hij mocht kiezen wat, dus dat werd, hoe verrassend, pizza. Maar dan wel eentje in de categorie ‘alles vers’. Heerlijk. We genoten van het eten en van het afzeiken van andere restaurantgangers.

De tijd tikte keihard door, dus na wat snel gehark aan zijn kant en het vragen van een pizzadoos voor mijn nog meer dan halve pizza-restant, togen we naar de feestlocatie: een grote kroeg in Den Haag. Daar stond al een rij zelfverzekerde, hooggehakte dames met daarnaast een kudde ietwat ongemakkelijke jongens, plukkend aan hun jasjes.

Tja, en toen…
…moest ik weg.

Ik wilde zó graag nog zó veel vragen…
Wie zijn je vrienden? Kan ik ze zien? Waar heb je zes jaar lang, dag in dag uit, mee op school gezeten en tijdens de lunch mee gelachen? Wie ben jij als je met leeftijdsgenoten bent? Mag ik alsjeblieft gewoon even mee naar binnen om te kijken hoe het er daar uit ziet? Hoe je begroet wordt? En hoe de meiden naar je kijken?

Maar ik vroeg het niet. Ik gaf hem zelfs geen kus, maar zwaaide en liep door.

Eenmaal terug in de auto overviel me een totale leegte.

Toen hij afscheid nam van groep 8 was er een rode loper op het schoolplein. Wij, de ouders, stonden ernaast en klapten en joelden. Niet alleen voor onze eigen kinderen, maar ook voor alle vriendjes en vriendinnetjes. Ik kende ze allemaal, van haver tot gort. En van de meesten kende ik zelfs de ouders.

Bij het eindfeest van groep 8 mochten ouders het laatste half uur ook naar binnen. We zagen jankende meiden en zich groot houdende jongens. Het was voorbij, de wijde wereld lokte. En ik kon hem stiekem troosten, omdat ik wist dat onder dat masker toch een klein, nog best wel angstig mannetje zat.

En nu? Nu heb ik geen idee. Niet wat hij doet, niet hoe hij zich voelt. Hij is bijna volwassen en gaat al zes jaar zijn gang op een school die ik maar een paar keer van binnen heb gezien. Op al mijn vragen is ‘goed’ een passend antwoord. Hopelijk hoor ik straks iets meer als ik hem weer ophaal…

Nog even en dan gaat hij studeren. In een andere stad. Nóg meer leven buiten het gezin om. Misschien wel op kamers. Hoe lang nog voor er geen slaperige jonge vent meer aan de ontbijttafel zit en die ‘goedemorgen’ gromt.

Mijn moeder vraagt me zo’n beetje elke week naar mijn planning. “Wat ga je doen? Met wie? En hoe voel je je?” En ik denk soms wel eens: wat maakt jou dat nou uit? Onthoud je werkelijk wat ik allemaal van plan ben? Dat interesseert jou toch geen reet?

Maar nu weet ik het. Het interesseert haar wel degelijk.
Met die flinters informatie over mijn leven houdt ze mij dichtbij.

I feel you, mam.

Ook verschenen op http://www.hoevrouwendenken.nl

Geplaatst in Divers, Mama

Loslaten, hoe moest dat ook alweer?

juli 2019


Mijn kind werd onlangs vijftien. Het is een prachtjong. Knap, slim, lief en vooral: heerlijk nuchter. Een combinatie van de mooie eigenschappen van zijn vader en van mij. Wij maakten weliswaar een potje van ons huwelijk, maar dit product ervan klopt op alle fronten.

We hebben hem ook best streng opgevoed. Luisteren, lief zijn voor anderen, aan tafel blijven zitten tot iedereen klaar is en interesse hebben in je medemens. Basisnormen en -waarden, volgens ons, al zie ik die tegenwoordig steeds minder langskomen. We hebben het goed gedaan met hem – vind ik zelf – en voor echte puberuitdagingen hebben we nog niet gestaan.

Tot voor kort was het kind ook nog lekker ‘huizig’. Ik zeg lekker (omdat ik het stiekem fijn vond om voortdurend te weten waar hij uithing), maar eigenlijk stoorde ik me mateloos aan het eeuwige gehang op zijn kamer met de telefoon en het gerace op de X-Box. Mijn mooie kind, dat zoveel te bieden heeft aan de wereld, spendeerde de mooiste jaren jaren zijn leven in een donker en muf puberhol, bij moeders thuis. Doodzonde vond ik het.

Maar ineens… was daar het licht. Kind had stante pede geen zin meer in het gehang en trok er met mooi weer op uit. Er werden afspraken gemaakt met vrienden en vriendinnen. Samen de stad in en naar het strand. De vriendenclub werd zienderogen groter. Ik hoorde nieuwe namen en kreeg steeds vaker appjes in de trant van ‘kom later thuis’, ‘eet niet mee’, en ‘ben nog even met die en die op pad’. Ik genoot van deze nieuwe fase en vooral van de fantastische open gesprekken die we daarna konden voeren.

Afgelopen dinsdag hoorden we dat hij, na een behoorlijk eindsprint, tóch over was naar de vierde klas. Wat een opluchting en wat een trots. Dat moest natuurlijk gevierd worden. Hier thuis met lekker eten en ook buiten de deur, met alle vrienden. Er werd een groepsapp aangemaakt. Er moest een strandfeest komen met kampvuur en vreetwerk. Ik dacht meteen terug aan mijn eindexamenfeest. Dronken, nog veel te jonge klasgenoten sloopten het terrein rond het meertje waar wij ons feestje hielden. We haalden er zelfs de krant mee. Zelden heb ik me ongelukkiger gevoeld. Mijn groepje vrienden, nuchter en nog bleu, kroop bij elkaar, ver weg van al die anderen die zo graag ‘groot’ wilden doen. Ik bevond me een in een situatie waarin ik me allesbehalve op mijn gemak voelde.

Voor het strandfeest van mijn zoon deelde ik die verhalen met hem. Maar deed ik daar goed aan? Ik kan hem van tevoren waarschuwen over groepsdruk en vertellen dat hij weg moet gaan als iets uit de hand loopt of als er iets gebeurt waar hij zich niet goed bij voelt. Maar maak ik dan geen sukkel van hem, zo’n sulletje dat van zijn moeder niets mag? Op je bek gaan hoort er tenslotte bij, ook als je vijftien bent.

Hij kwam die nacht heel laat thuis. Ik heb lang wakker gelegen met de telefoon onder mijn kussen. ’s Nachts checkte ik mijn berichten. Hij had laten weten hoe laat hij weggefietst was en dat hij veilig in zijn bed lag. Volgens afspraak.

De dag erna hoorde ik dat hij met een klein groepje ergens anders was gaan zitten. Klasgenoten en vrienden van klasgenoten hadden drank gekocht en zaten te blowen. “Daar hadden we geen zin in, mam”. Er was een kampvuur en marshmallows. Er was nachtelijk zwemmen, meiden opwarmen en gezelligheid. Mijn kind gloeide en ik gloeide met hem mee. Van trots. En van angst en allerlei andere gevoelens die ik nog niet kan duiden.

Mijn mooie kind wordt groot. En dat is geweldig. Maar dat loslaten, hè. Hoe doe je dat precies?

Geplaatst in Dankbaarheid, Geluk, Liefde, Mama, Thomas, Uncategorized

Carpoolkaraoke

Woensdagavond.

Kleine (inmiddels grote man) moet na een weekend papa en een paar dagen opa en oma- want voorjaarsvakantie en dat betekent logeren- weer worden opgehaald. Ik maak er een uitje van. Eerst lunchen in een lekker tentje in de Zwolse Binnenstad met mijn lieve vriend. Drie uur praten en eten, de tijd vliegt voorbij. Daarna door naar pap en mam waar ik ook mijn zus tref en de kindjes. We delen, praten en knuffelen en ik geniet van de mensen die ik zo liefheb en die ik zo vaak moet missen.

Kleine man en ik rijden terug via mijn oude stad en eten bij zijn vader. Er is liefdevol gekookt en ik vind het heerlijk dat dit zo kan. We zitten aan tafel met elkaar, zijn nieuwe vrouw en kleine dochter en zijn, heel bijzonder, gewoon een gezin op een andere manier. Na nog een kop thee lopen kleine man en ik in de vrieskou en gure wind naar de auto. Weer twee uur autorijden, wat hebben we er geen zin in.

Terwijl de kilometers wegglijden hebben we goede gesprekken. Over dat het zo fantastisch was bij opa en oma en hoeveel hij van ze houdt. En dat hij me gemist heeft. Hij appt met zijn vader over hoe leuk het was en hoe lekker hij heeft gegeten. Ik geniet van dit moment in de auto. Samen en dichtbij. Ik vraag hem of hij er moeite mee heeft om een kind van gescheiden ouders te zijn. Hij is het gewend, zegt hij. Hij weet niet anders en het is goed zo. Hij is blij dat we gelukkig zijn al is het dan niet meer bij elkaar. Ik bewonder hem om zijn nuchterheid die hij overduidelijk niet van mij heeft gekregen. Ik rij nog altijd met pijn in mijn hart weg bij mijn oude huis, waar ik hém achterlaat. Niet omdat ik spijt heb of ons weer samen zou willen, maar omdat ik zijn zoon meeneem en ik het nog steeds zo doodzonde vind dat we het niet gered hebben. Ik had het anders gewild…

Omdat ik wat moe word gooi ik Spotify aan. Na jarenlang tenenkrommende teksten aangehoord te hebben, is het Engels verbeterd en zingt hij uit volle borst alles mee. We zingen samen, beelden de muziek uit, staan op het toneel, doen er met onze armen dansjes bij en halen vals de hoge noten nét niet. We lachen onszelf een buikpijn om dat wat we de muziek soms aandoen.

Tijdens mijn all time favoriete nummer lachen we niet. We zingen het van a tot z en het geluk stroomt door me heen. We rijden weer samen, kleine vriend en ik, op weg naar huis. Zoals we al zo verschrikkelijk vaak hebben gedaan. Uit de slaperige zesjarige die destijds naast me zat is een lange puber van bijna 14 gegroeid. En god wat hou ik veel van hem.

Hij reist tegenwoordig regelmatig met de trein naar zijn vader en dat is een stuk rustiger dan filerijden op vrijdag. Toch wil ik dit stukje van ons nog niet helemaal loslaten. Wij samen in de auto, de 160 kilometer afleggend die ik inmiddels kan dromen en samen zingend tot we schor zijn. Mijn hart stroomt over voor deze jongen die al hard op weg is volwassenen te worden.

Wat ben ik toch trots op jou!
https://youtu.be/nNnBcCk7eDA

Marga, 28 februari 2018

Geplaatst in Actueel, Afscheid, Hoe vrouwen denken, Mama, Thomas, Vooruitgang

Vroeger of nu, wat is nu eigenlijk beter?

tambourine-970343_1920
Bron: Pixabay.com

Mijn zoon van dertien liet me gisteren op zijn telefoon iets horen. Een ringtone die hij op school had gemaakt. Een opdracht voor de muziekles. Ik was stil van wat ik hoorde. Het stukje muziek van 30 seconden klonk zo professioneel dat het niet zou misstaan als intro van een grote show in Vegas van DJ Tiësto. Nou ben ik als moeder niet geheel objectief natuurlijk (of helemaal niet) en ik heb de ballen verstand van de muziek die Tiësto maakt, maar het klonk echt meer dan te gek. Eerder was hij al thuisgekomen met verhalen over zijn muzieklokaal waar rijen Macbooks staan die zijn gekoppeld aan keyboards waarop ze leren pianospelen. Met die computers leren ze ook muziek maken door allerlei elektronische instrumenten samen te voegen. Gewone Havo hè.

Ik denk terug aan de muziekles op mijn middelbare school. Als je geluk had kwamen de instrumenten tevoorschijn en konden we met elkaar een ‘liedje’ rammen. De Jostiband was er niets bij. Met een triangel, een tamboerijn en zo’n lullig bamboegeval met een stokje maakten we muziek. Of iets wat daar voor door moest gaan. Mijn eerste muziekles leerde ik de tekst van ‘Het land van Maas en Waal’ van Boudewijn de Groot. Groene hemel, blauwe zon en een heel symfonieorkest in een grote regenton. Ik had nog nooit zo’n vreemde tekst gehoord en begreep er niets van. Verder leerden we instrumenten herkennen in muziekstukken en speelde mijn docent af en toe piano terwijl wij meezongen. Zelf muziek maken, dat kwam er nauwelijks van. Mijn zoon speelt inmiddels een aardig stukje keyboard. Op school werd hij verliefd en thuis oefende hij verder, met behulp van YouTube.

Zoon neemt ook deel aan het talentprogramma Technologisch Design. Daar leren kinderen met een liefde voor techniek de fijne kneepjes van het ontwerpen en programmeren. En zo komt het voor dat hij thuis komt met een duploblokje. Zelf getekend en uitgemeten op de computer (klinkt simpeler dan het is, het schijnt nogal een precisieklusje te zijn) en uitgeprint met de 3D-printer. Ik heb een kwartier naar het blokje zitten staren. Mijn kind heeft dat gemaakt!

Ik vind al die techniek in het leven van mijn kind doorgaans een verarming. Ik ben van

ipadkind
Bron: Pixabay.com

de generatie van net voor 1980, de generatie die stond te popelen om na het eten nog naar buiten te mogen. De generatie die zelf dingen verzon om te doen, in een maïsveld oorlogje speelde, stiekem een vuurtje stookte en van het dak van de kleuterschool werd afgeplukt door de politie. Dat mist mijn zoon allemaal. Ik zie nu vierjarigen die feilloos een tablet weten te bedienen, maar geen idee hebben wat ze moeten doen als dat ding ze ontnomen wordt. Fantasie? Jezelf vermaken? Wat is dat? Alles wordt ze op een presenteerblaadje aangeboden.

Maar tegelijkertijd verrijkt al die technologie het leven van mijn zoon. Hij leert over andere culturen via internet, maakt aanvalsplannen met zijn vrienden via de X-Box en moet daarvoor met hen samenwerken en overleggen. En hij weet alles over auto’s. Dat laatste is echt bloedirritant als je een tijdje met hem onderweg bent: “Kijk mam, dat is de mX582D met een zestienklepper-weet-ik-veel wat motor”. Aha. Interesseert me niet. Via Instagram en Snapchat onderhoudt hij zijn vriendschappen. Ik zat vroeger urenlang met mijn vriendinnen te geiten en elkaars haar te vlechten, nu maken ze er foto’s van die het net op geslingerd worden.

Eigenlijk ben ik gewoon ontzettend jaloers op deze tijd. Met die mogelijkheden was ik vroeger vlogger geweest, zeker weten. Ik maakte ‘radioprogramma’s’ met mijn cassetterecorder met opnamefunctie; hoe geweldig was ’t geweest als ik dat met de wereld had kunnen delen? (Oké, dat had IK geweldig gevonden, de wereld heeft er vast niets aan gemist). Ik had ook aan een talentprogramma deel willen nemen op school. Zang of dans, of misschien wel drama. Dat was er in mijn tijd allemaal niet. Het lijkt me geweldig als ik in deze tijd was opgegroeid.

swing-2180703_1920
Bron: Pixabay.com

Tegelijkertijd maak ik me ernstig zorgen over die bleke bekkies, de individualisering van de jeugd en de stilte op straat. Krijgen we straks allemaal van die kromgegroeide jongvolwassenen met een burn-out door de grote hoeveelheid informatie die ze dag na dag te verstouwen krijgen?

En dan denk ik toch weer met weemoed terug aan de tijd dat het langer licht werd en het hoogtepunt van de avond een potje stoepranden of schommelen met ’t buurmeisje was.


Ook verschenen op HoeVrouwenDenken

Geplaatst in Afscheid, Dankbaarheid, Hoe vrouwen denken, Ik, Liefde, Mama, Thomas, Toekomst

Kan de tijd even stilstaan, alsjeblieft?

Ik sta voor het raam en zwaai hem uit. Mijn stoere vent met grote rugzak. Alweer een jaar geleden fietste hij als brugklasser een nieuw avontuur tegemoet. Vandaag begint hij aan 2 Havo.

hands-1797401_1920
Bron: Pixabay.com

Mijn gedachten glijden terug naar zijn eerste schooldag. Een tasje met drinken en eten in mijn ene hand, zijn kleine handje in mijn andere. Met moeite leverde ik hem af in de veilige handen van zijn juf. Hete tranen stroomden over mijn wangen toen ik wegfietste. Op weg naar het lege nest waar mijn enige zoon een gapend gat had achtergelaten. Vanaf het moment dat hij met een schreeuw mijn lichaam verliet, begon het proces van afscheid nemen. Hij groeit en groeit en soms wil ik de klok zo graag even stil zetten.

In de tweede klas van de middelbare school werden zijn vader en ik verliefd op elkaar. Ik was veertien. Het product van dat wat 25 jaar geleden begon, fietste vanmorgen bij mij vandaan op weg naar weer een nieuw avontuur.

In een flits zie ik een klein mannetje met een dapper smoeltje plaatsnemen op het kleine houten stoeltje waar met zwierige letters zijn naam op staat. Ik zie hem weer naar me toe rennen aan het eind van die eerste schooldag. Dwars over het schoolplein heen, zo mijn armen in. Alsof niets ter wereld belangrijker was dan een knuffel van zijn moeder. Nu kan hij het alleen. En ik kan er maar moeilijk aan wennen.

Gaan de volgende 13 jaren ook zo snel voorbij?

Zand
Bron: Pixabay.com

Ook verschenen op HoeVrouwenDenken

 

Geplaatst in Actueel, Divers, Hoe vrouwen denken, Ik, Mama, Media

Alleen maar verliezers

Gisteren ontstond er tumult op Facebook. Een uitspraak in de zaak waarin een gastouder een baby zo hard heen en weer geschud heeft dat het kindje ’t niet heeft gered.

childrens-eyes-1914519_1920
Bron: Pixabay.com

Afschuwelijk, voor alle betrokkenen. De gastouder hoorde gisteren vier jaar cel tegen zich eisen en Facebook ontplofte.
“Vier jaar is te weinig!”
“Ze moeten dit monster levenslang opsluiten.”
“Ze moet gemarteld worden en nooit meer daglicht zien.”
Zomaar een greep uit de veroordelende reacties van mensen die, veilig achter hun computer, een paar zinnen tikken en blijkbaar nooit de fout in zijn gegaan. En ik snap het. Als het mijn kind was geweest dat ik, in het volste vertrouwen dat er goed voor hem gezorgd wordt, achtergelaten had in de fatale handen van mijn gastouder, dan weet ik ook niet wat ik had gedaan.
Maar het is mijn kind niet en dat geeft me de vrijheid om wat breder te kijken. Want stel hè, stel dat het niet een gastouder was, maar de moeder van het kindje. De moeder die, gebroken door slaapgebrek en het dagenlange huilen van haar kind, een verkeerde beslissing neemt. In plaats van weglopen, hulp inroepen of iemand bellen, wat ze had moeten doen, schudt ze haar kind heen en weer in de hoop het voortdurende gejank te doorbreken. Zou zij op dezelfde manier worden veroordeeld?

2004
Mijn zoon, prematuur geboren en na vijf weken ziekenhuis eindelijk thuis, huilt al dagen onafgebroken. Ik krijg hem niet stil. Mijn partner krijgt hem niet stil. Alles hebben we geprobeerd. Nog maar een flesje, nog maar een speentje, schone luier, eindje rijden, wandelen, lief praten, zingen, boos worden, alles! Radeloos maakt het me. De hormonen komen uit mijn oren, de emoties maken me zwak. Als nieuwbakken moeder ben ik onzeker. Nog net een beetje meer omdat de doctoren in het ziekenhuis niet anders zeiden dan dat hij zo tevreden was. Hij sliep rustig, deed het goed. Wat doe ik fout? Waarom kan ik mijn kind niet troosten? Overdag ben ik alleen, mijn man is aan het werk. Jankend zit ik naast mijn kleine zoon. Ik zou hem wel door elkaar willen rammelen. Een kussen op zijn gezicht willen drukken om hem even stil te krijgen. Eventjes maar… een uurtje of zo, zodat ik wat kan slapen. Zodat ik het allemaal wat beter aan kan. In plaats daarvan bel ik mijn moeder. Ze past een dag en een nacht op en ik voel me erna als herboren. Ik ben weer fris, kan weer nadenken en zoek op internet naar informatie over huilbaby’s. Een inbakerdoek biedt uitkomst. De rust keert terug. Toch is me dat knakmomentje altijd bijgebleven. Iedereen kan, mits lang genoeg getergd en door dagenlang slaapgebrek, knappen. Ik maakte de goede keuze. Riep hulp in, omdat ik dat kon. Omdat ik een vangnet heb. Helaas hebben velen dat geluk niet.

Nee, dit was geen moeder, dit was een gastouder. Een hopelijk uitgeruste gastouder, die niet onder invloed van hormonen flipte. Een gastouder van wie je mag verwachten dat zij de rust bewaart. Iemand die beter weet en, zo oordeelde ook de rechter, van wie je mag verwachten dat zij de gevaren van schudden kent. Maar dit is ook een gastouder die ongetwijfeld niet aan haar dag begon met de gedachte: ‘vandaag ga ik een kind vermoorden’. Gastouder word je niet omdat je een hekel hebt aan kinderen. De gastouders die ik ken, verzorgen de kinderen alsof ze eigen zijn. Wat ging er mis op dit fatale moment? Waren alle kinderen die ochtend vervelend? Had ze zorgen of een slapeloze nacht achter de rug? Het blijft gissen. Wat we wel weten is dit: deze vrouw ging hopeloos de fout in en verdwijnt voor vier jaar achter de tralies.

Het is niet genoeg, het is nooit genoeg. Ik begrijp de emotie achter dit alles. De ouders van het kleine meisje krijgen nooit meer hun dochter terug. Maar wat lost een celstraf op? Vier jaar zal deze gastouder doorbrengen in opsluiting. Ze wordt uit de maatschappij gehouden. Waarom? Is zij een gevaar voor zichzelf of anderen? Het artikel zegt niet waarom ze deed wat ze deed. Is ze psychisch niet in orde? Waarom krijgt ze dan geen hulp in plaats van celstraf? Het vonnis is doodslag omdat ze beter had kunnen weten. De straf die daar bij hoort, heeft ze gekregen.

Fouten moeten worden bestraft volgens ons rechtssysteem. Ik twijfel eraan of celstraf in dit geval het juiste vonnis is. Pak haar licentie af en laat deze vrouw nooit meer voor kinderen zorgen. Geef haar de hulp die ze nodig heeft, maar sluit haar niet op.

Deze vrouw heeft al levenslang gekregen…

person-1821413_1920
Bron: Pixabay.com


Ook verschenen op HoeVrouwenDenken

Geplaatst in Divers, Hoe vrouwen denken, Mama, Mannen

The joy of cleaning

Lou schreef laatst over haar huishouden van Jan Steen. Tja dan kan ik natuurlijk weer niet achterblijven als mijn huis zo totaal een tegenhanger is van het hare. Hier staat of hangt alles op zijn plek en is schoon. Altijd! Althans, dat zou ik graag willen. Sinds mijn huishouden is uitgebreid met een man en een blije bruine labrador, is het huis nooit meer zoals ik het graag zou zien. Ja, precies vijf minuten. Daarna rekt de luie hond zich uit, springt drie keer op en neer, smijt een knuffel door het huis, rent erachteraan en schudt zich dan even flink uit. El-luk-ke dag swiffer ik drie cavia’s op en dan nog ligt er altijd haar. Niets aan te doen, ik leer ermee leven.

Los daarvan is altijd alles schoon. Niet dat ik smetvrees heb hoor, ik heb gewoon een hekel aan rommel. Waarschijnlijk omdat het in mijn hoofd altijd een rommelzooitje is. Gedachten lopen door elkaar en ik maak me altijd wel druk om het een of ander. Ik wil het daarom om me heen netjes hebben. Met niet al teveel kleur en gedoe. Daar schreef ik al eens eerder over. Het is alleen zo jammer dat mijn huisgenoten daar geen enkele boodschap aan hebben. Die gaan prima op rotzooi en stof. De kamer van mijn zoon is regelmatig ground zero. Dan trek ik moedeloos de deur maar weer achter me dicht en zet de stofzuiger voor zijn deur. Hint!

Vriend is dol op post overal neergooien. Brieven waar nog iets mee moet gebeuren (we hebben een postbakje waar nog af te handelen/ op te ruimen post in moet!), pakketjes folders die hij nog graag door wil kijken (doe dat dan, dan kunnen ze weg) en rekeningen die nog moeten worden betaald (had ik al gezegd dat we een postbakje hebben?). Ook vind ik o-ver-al gereedschap. Altijd! Bitjes, schroevendraaiers, onderdelen, je kunt het zo gek niet bedenken of het ligt in de fruitschaal, op de wc of in de badkamer.

Je kunt je afvragen: waar maak je je druk over. Dat doe ik dus ook… elke dag. Voordat ik weer achter de hond aan stofzuig en zuchtend een bakje maak met gevonden voorwerpen. Dan vraag ik me af wat het nut is. Het huis is om in te leven en morgen is het toch weer een zooitje. En het allerirritantste is dat iedereen altijd alles weet te vinden. Behalve ik. Ik ruim mijn spullen op en ben ze vervolgens kwijt. Wie is er dan dom?

Marga, februari 2017
Geschreven voor http://www.hoevrouwendenken.nl