Geplaatst in Actueel, beestjes, Geluk, lente, Warmte

Tuindieren

Bron: Pixabay.com

Op de eerste dag van de -hopelijk- laatste stuiptrekking van Koning Winter kreeg ik de schrik van mijn leven toen ik de kikkers in onze vijver massaal bovenin zag drijven. Of beter gezegd, zag hangen, want ze dreven verticaal in het water. Ik dacht dat ze bevroren waren, maar dit is kennelijk hoe kikkers in een winterslaap eruit zien. Of ze chillen in de modder, of ze hangen wat rond. De weervoorspellingen zagen er echter niet best uit, er lag een krakende vrieskou in het verschiet. Dat zouden de beestjes niet trekken en ik kreeg spontaan visoenen van vastgevroren kikkerlijkjes. NIMBY!

Op een site over kikkers las ik hoe ik ze kon helpen overwinteren: zorgen dat ze een wak houden en de vijver bedekken met stro om het dichtvriezen te voorkomen. Ik had onlangs een abrahampop volgestouwd met stro voor Vriend die 50 werd dus dat kwam mooi uit.

De dagen erna zat ik trouw ’s ochtends en ’s avonds bij de vijver om een wak open te bikken en het weggewaaide stro weer terug te stoppen. Soms was het meerdere keren per dag nodig. Onder het ijsoppervlak zag ik de kikkers en een pad wat bewegen waarna ze weer stil gingen hangen.

Hóe bevolkt ons vijvertje echter is, ontdekte ik vandaag. De dooi is ingezet en het was ineens weer een paar graden boven nul. Een prima moment om het stro te verwijderen en de ijslaag van de vijver te halen. Aan de bak met waterplanten zat nog een flink stuk ijs dus pakte ik voor het gemak het geheel eruit om te ondooien.

Zeker 50 paar ogen kijken me vervolgens aan en ik schiet in de lach.

“Hallo jongens, wakker worden! Het wordt lente!”

Terwijl het zonnetje doorbreekt zie ik de hele bende langzaam ontwaken. Er klimmen wat kikkers op de kant, een dikke pad klautert op het inmiddels ontdooide eiland en er borstcrawlen wat kleinere exemplaren voorbij. Met de zon op mijn rug geniet ik van het gerommel in dat kleine bakje.

Ik heb ze toch maar mooi gered…

Marga, 4 maart 2018

Geplaatst in Edwin, Warmte

CV

Nee, deze blog gaat niet over de Curiculumdinges die je moet maken als je ander werk wil, deze blog gaat over warmte. Niet de niet te evenaren lichaamswarmtevariant, maar die warmte die voor veel mensen gewoon is geworden en voor mij oh zo bijzonder werd. Je weet pas wat je mist als het er niet meer is.

Ik vond mijn droomhuisje een paar maanden geleden. Ik kwam, zag, kocht en was op slag verliefd. Alles klopte en met wat pimpen, kwasten, plakken en leggen werd het mijn schitterende paleisje. Via Marktplaats kocht ik een kachel. Precies wat ik wilde, met kitscherige houtblokjes en echt vuur. Geen gesleep met houtblokken, wel echte stralingswarmte zoals alleen een kachel je die kan geven. Het was goed toeven in mijn paleis.
Tot de winter echt doorbrak..
De snottebellen aan mijn neus bevroren op het moment dat ik de woonkamer verliet. Vanaf de bovenverdieping zweefde een ijzige kou in het trappengat.. Het vocht op mijn enkele beglazing boven bevroor, de dubbele dekbedden, sokken en truien in bed hielpen niet meer… Met een warm lijf héél dicht naast me was het nog te doen, maar aangezien die kachel in het westen woont en zijn stralingswarmte geen 175 km kon overbruggen (hmm, hij heeft dus toch zijn beperkingen) had ik het toch voornamelijk heel heel veel koud. Naar bed gaan stelde ik zo lang mogelijk uit, tanden poetsen en pyjama aantrekken deden we beneden, voorlezen dicht bij de kachel en Thomas wreef ik warm in zijn bed..
Het onvermijdelijke hoesten begon.. Zowel bij hem als bij mij, mijn woongenot werd heel rap minder. Energie vloeit weg als je lichaam constant bezig is om op temperatuur te blijven. Dit kon niet langer zo…
Mijn held uit het wilde westen kwam. Niet te paard, maar wel met radiotoren, meters leiding, een ketel, afvoerbuizen en electriciteitstoestanden. De spaarzame momenten die we samen waren stonden in het teken van boren, schroeven, solderen en koppelen. Mijn huis werd een gatenkaas.. Zorgvuldig gestucte muren werden doorboord, mijn ouderwetse zachtboardplafonds kregen het zwaar door afbrokkelende delen en langzaamaan kreeg alles vorm. Het kloppende hart hing op zolder, zijn aderen lagen door het hele huis en zijn organen hingen aan de muren… Het moment was daar om hem tot leven te wekken..
Na een lange zondag doorwerken vond het eerste water haar weg door de leidingen en werd ik langzaam omhuld met een warme deken… Nooit vergeet ik dat moment.

Mijn huis voelt anders aan. Ik kan weer normaal slapen en vroeg met een boek naar bed zonder dat ik met een bivakmuts op en in een skipak aan in bed moet zitten. En ja, ik ben een zeikerd, een koukleum, verwend en niks gewend, maar ook voor mijn longenklantje in de kamer naast me was het een absolute must.

Mijn lieverd legde geen CV aan, hij legde rust en geluk, gezondheid en warmte aan. Op afstand zet ik mijn E-thermostaterigespeledingetje op 20 en rij met een glimlach naar huis. Fonkelende lichtjes van de kerstboom, gezellige kaarsjes en een heerlijk huis. Mijn warme, knusse thuis!

Geluk is óók centrale verwarming….

~Marga, 18 december 2012~