S avonds voor het slapen gaan
lig ik wakker en denk aan
alles wat nog moet
en vooral niet moet gebeuren
Mijn hoofd op het kussen
mijn hand op de rand
van het houten ledikant
Mijn hoofd blijft maar malen
en ik weet dat het pas stopt
als ik alles waar ik bang voor ben
voor jou heb afgeklopt
Dat je gezond blijft
dat je uitkijkt in het verkeer
Altijd goed uitkijkt
en eigenlijk nog veel meer
Dat de anderen allemaal heel voorzichtig zijn met jou
En dat er later iemand van je houden zal
zoals ik van jou hou
Zo lig ik voor het slapen gaan
uren wakker en denk aan
alles wat niet mag en vooral wel moet gebeuren
Dat jij gewoon je zelf kunt zijn
Groot wordt zonder teveel pijn
Geen gebroken harten
Geen vingers tussen deuren
‘k wil eigenlijk wel stoppen
Ben onderhand zo moe
Maar wie moet alles af gaan kloppen, wanneer ik het niet doe?
Dat je zo sterk blijft, maar je eigen krachten kent
dat je zo zacht blijft, maar wel aan de wereld went
En dat wij genoeg goed doen
Dat je volwassen bent geraakt
Groot genoeg om te leven met de fouten
Die ook wij hebben gemaakt
Zo lig ik voor het slapen gaan
Uren wakker en denk aan
Alles wat nog moet en vooral niet moet gebeuren
ik kan wel blijven kloppen
‘k ben voor alles zo benauwd
Maar ik slaap en mijn hand slaapt
Mijn hand slaapt op het hout…
Tekst: Claudia de Breij