In het plafond zitten gezichtjes.. En vlinders en een paardje en gewoon lelijke vlekken. Hier en daar hangt een spinnenrag en de gordijnen mogen ook wel weer eens gewassen worden.
Tot deze conclusie kom ik na het dagenlang liggend op mijn rug op de bank bestuderen ervan. Het is stukken minder leuk dan naar de wolken kijken en daar figuren in zoeken. Wolken veranderen met elk zuchtje wind. Mijn plafond verandert niet en alles wat er in de zien valt heb ik inmiddels wel gezien. Zeker omdat dit niet de eerste keer is dat ik mijn dagen slijt op de bank. Ik ben precies de zomers gezond door gekomen. Met de eerste herfstbries lieten ook mijn longen het weer afweten. De mij inmiddels welbekende bronchitis heeft deze keer voor de afwisseling vriendschap gesloten met een keelontsteking. Een prachtcombinatie en op de schaal van hoe-ellendig-voel-ik-mij-vandaag scoort hij dan ook hoog.
Oh wat vind ik mezelf zielig. Ik klaag steen en been, ben moe, niet te genieten en ik ben voortdurend bezig met mijn werk en wat ik allemaal toegezegd had te doen en weer eens niet kan waar maken.
In de spiegel staren me twee doffe make-up loze ogen aan. Mijn haar wat enorm schreeuwt om een nazomerse knip- en verfbeurt (nee het is niet grijs, het is een soort van uitgegroeid blond!!!) hangt als een troosteloos uitgedroogd bosje ellende op mijn rug. Het enorme ik-krijg-het-maar-niet-warm vest doet werkelijk wonderen voor mijn figuur en hoewel ik het natuurlijk niet nodig heb neem ik me toch voor om heftig te gaan sporten als ik weer lucht heb. Iets wat in mijn geval, heeft de ervaring me inmiddels geleerd, wel eventjes kan duren.
Gelukkig ben ik naast dat alles ook nog gezegend met een te kleine neus en dito doorgang waardoor de chronische neusverkoudheid als gevolg van het voor bijna alles allergisch zijn wat je kan inademen er in ieder geval voor zorgt dat ik HELEMAAL niet meer kan ademen en mijn man alweer 3 dagen “gezellig” op zolder slaapt omdat ik hem HET BED UIT SNURK!
In de plaatselijke supermarkt, mijn uitje van de dag waar ik niet onderuit kom omdat manlief anders precies voor één avond eten mee neemt óf met een briefje nog de helft vergeet, zet ik hoestend de boodschappen op de loopband bij de kassa. Mijn aandacht wordt getrokken naar een klein meisje dat naar me kijkt. Ze is een jaar of 6, net als mijn kleine mannetje. Ik zie haar in een flits en heel even staat mijn hart stil. Een fractie van een seconde hoop ik nog dat ik het verkeerd heb gezien, maar helaas…
Haar hoofd en gezicht zijn volledig misvormd. Dit zijn afwijkingen waarover je op televisie documentaires ziet en waar je hoofdschuddend en soms met afgrijzen naar kijkt, jezelf ondertussen afvragend of die mensen wel een leven hebben. Het voelt altijd zo ver weg en in dit onbewaakte ogenblik stond het ineens voor me in de vorm van een klein meisje…
Het meisje keek nog even naar me, vertrok haar mond in een soort van glimlach en huppelde aan haar moeders hand de winkel uit. Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. En niet van afschuw, maar diepe bewondering. Haar blonde lange haren wapperden in de wind terwijl ze de hele parkeerplaats over rende. Vol levenslust en blijdschap en zich ogenschijnlijk niet bewust van alle starende blikken die haar omringden. Ik schaamde omdat ik even daarvoor hetzelfde had gedaan en wilde bijna roepen naar haar hoeveel indruk ze op me maakte.
Zwijgend reden we naar huis en in de achteruitkijkspiegel keek ik in het lachende snoetje van mijn tandenloze, volmaakte stuk. Wat ben je gezegend als je zonder zichtbare gebreken ter wereld komt.
Thuis keek ik in de spiegel in de gang. Als vanzelf gleden mijn vingers naar de huid van mijn gezicht. Zacht en gaaf… Ik voelde me nog net zo beroerd, nu vermoeid van het boodschappen doen en de eindeloze hoestbuien putten me uit, maar dit gaat weer over!
Maar zij… Hoe zal haar toekomst eruit zien en hoe lang zal ze deze onbevangenheid houden? Hoe lang zal het duren voordat ze beseft dat er in deze wereld nauwelijks plaats is voor mensen die “anders” zijn op wat voor manier dan ook. Wanneer zal het huppelen ophouden en plaats maken voor een snelle tred vol schaamte..
Ze is nog dicht bij me, dit onbekende meisje en de aanblik van haar laat me niet meer los.
Ik klaag nooit meer….
Marga, 2011