Mieren in je keukenkastje, in je eten, in de badkamer of lopend over lichaamsdelen. Ik heb ze altijd goor gevonden die kleine kriebelende kruipsels. Tot ik op vakantie de tijd kreeg om ze te bestuderen. En daarna de neiging die ik in eerste instantie had, het aanschaffen van een mierenlokdoos, liet varen.
In kolonne liepen ze elke dag van A naar B en weer terug en dat deden ze al zo lang dat er in het grasveld een slijtspoor was ontstaan. Dan moet je als mier veel lopen op dezelfde plek wil je dat voor elkaar krijgen. Er werden pluisjes verplaatst, takjes, blaadjes en andere rommel richting de diverse mierennesten. En niet alleen dat. Elke kruimel werd verhuisd. Het voeren van de mieren werd daarom een sport en een wedstrijd. Wie zijn er sneller bij het nest? Het groepje pijnboompit of het groepje maiskorrel? Wat hebben we gelachen toen er zelfs een stukje tonijn voorbij kwam wandelen en ze er uiteindelijk ook nog met mijn afgeknipte teennagels vandoor gingen. Het is een raar idee dat mijn nagels gebruikt zijn in the livingroom van een kroatisch mierennest.
Zijn ze nou gewoon opruimerig, of kunnen ze echt letterlijk alles gebruiken?
Ik heb ze in ieder geval leren waarderen. Wat zijn mieren harde werkers, doorzetters en wat laten ze de boel dagelijks schoon achter. Met tien man (mier) is er zelfs een penne pasta versleept. Ik zie mezelf nog niet met een complete boom voorbij sjouwen.
En voor wie het weten wil. De pijnboompit, mijn! pijnboompit heeft uiteindelijk gewonnen. Dat had je niet gedacht he…
Marga, 19 augustus 2012