Al vanaf de eerste keer dat ik in groep 3 (toen nog eerste klas) een vulpen in mijn handen kreeg en de eerste strepen inkt op het papier zag verschijnen was ik verkocht. Wat wilde ik graag leren en ingewijd worden in de wondere wereld van de taal. Daar waar ik met cijfers keer op keer tot janken toe onderuit ging bleek ik gelukkig wel een ander talent te hebben. Schrijven! Ik kon het netjes en deed het zo graag dat ik hele verhalen uit mijn leesboeken overschreef . Waar anderen hun zakgeld aan snoep spendeerden in de plaatselijke buurtsuper ging ik los in de kantoorboekhandel. Die liefde is nooit over gegaan. Ik kan nog steeds intens genieten van nieuw papier en hoewel ik tegenwoordig veel digitaal schrijf ben ik nog steeds in het bezit van een etui met gekleurde pennen, een vulpen en diverse kleuren inktpatronen.
Op de middelbare school was het dan ook snel duidelijk. Ik word journalist, geen twijfel mogelijk, daar ligt mijn hart. Ik haalde mijn Mavo en Havo netjes binnen de tijd en begon vol goede moed aan de school voor Journalistiek. Van een kleine middelbare school naar dat enorme schooldorp, van iemand met een naam naar een wandelend studentennummer en van populairste van de klas naar onzeker meisje. Ik ging keihard onderuit. Alles waar ik ooit van droomde viel in duigen toen ik stopte met school omdat het volgens de decaan “beter” was. Ik was te jong en onzeker voor deze opleiding en ik geloofde dat maar. Wat kon ik anders doen. Op het moment dat ik stopte wist ik ook niet dat opnieuw beginnen er niet in zat. Nog een keer meeloten was niet mogelijk door de enorme belangstelling voor deze opleiding. Kans gehad, kans verpest. De droom vervloog.
Ik ging werken op de plek waar ik een weekendbaan had en werd na een jaar gillend gek van de rinkelende kassa’s. Aan het begin van het nieuwe schooljaar zat ik dan ook, anderhalf jaar nadat ik de deur van de school had dichtgetrokken, weer in de schoolbanken en haalde via versneld onderwijs mijn diploma Bedrijfscommunicatie. Het was ook schrijven, maar toch net een beetje anders. Wat miste ik de interviews, de gesprekken met mensen, dit was ook niet waar ik mee verder wilde.
En dan neemt het leven je mee…
Ik kwam terecht bij een bank waar ik totaal wat anders ging doen. Schrijven beperkte zich tot mijn dagboeken waar ik er in die jaren dozenvol van heb geschreven. Ik wisselde van baan, trouwde, werd moeder, ging weer studeren, kreeg een nieuwe carrière, ging scheiden, krabbelde weer op en werd verliefd. En altijd en eeuwig dat knagende gevoel, die droom die nooit helemaal was verdwenen. Schrijven deed ik inmiddels wel weer. Ik interviewde collega’s voor het personeelsblad, schreef artikelen, blogs, stukken voor websites en verenigingsblaadjes en kreeg het ene compliment na het andere. “Je hebt talent, daar moet je wat mee doen.” Langzaam maar zeker bracht het leven en de mensen die er op mijn pad kwamen me terug naar het vertrekpunt…
Ik wil journalist worden, tekstschrijven en doen wat ik goed kan!
Maandag aanstaande is My-txt een feit. Mijn domeinnaam is geclaimd en het emailadres werkt. Volgende week staat mijn eerste interview gepland wat moet leiden tot een artikel waarmee ik mezelf als freelancer binnen de tijdschriftenwereld kan promoten. Mislukken kan het niet, want de eeuwige “what if” houdt me ‘snachts niet meer wakker.
Ik heb een goede baan waarmee ik heel gelukkig ben, maar vier daarnaast een klein feestje. De geboorte van mijn schrijfkindje.
Marga, 18 februari 2014