Toen mijn gewicht na de vakantie echt in de rode cijfers was beland, schrok ik me kapot en ging het roer om. Ik las laatst dat het niet goed is om te schrijven over afvallen omdat de steun die je dan ontvangt al zoveel voldoening geeft dat je het sneller opgeeft. Nou, ik kan wel wat steun gebruiken.
Samenwonen en een man die tijdelijk in de ziektewet zat vanwege een gescheurde knieband, bleek funest voor ons beider lijf. We hebben het gewoon te gezellig. ‘ s Avonds een wijntje, borrelplankje erbij, we aten ons al bingewatchend richting een lekkere obesitas.
Toen het na vier weken vakantie echt te erg werd namen we beiden drastische maatregelen. De drank, chips en worst gingen de deur uit en we pakten beiden in plaats van de auto en tram, de fiets. Voor Vriend al gauw een kilometer of 15 enkele reis, voor mij was dat mijn dagtotaal. Ook qua eten ging drastisch het roer om. Voor mij dan, omdat dat bij mij het meest nodig was. Bakje sla mee voor tussen de middag, gezonde tussendoortjes en een zo goed als koolhydraatvrij diner. Dapper sloegen we ons als gezin door de groentes en vlees. Ik werd steeds creatiever met voedsel. Alles vers en gezond.
Resultaat: Vriend zit na een paar maanden al bijna op zijn streefgewicht, ik ben er zelf, op een strakkere kont na, kilotechnisch geen steek mee opgeschoten. Echt. Geen. Moer! Frustrerend? Understatement of The year.
Spuugzat ben ik het. Dat ik echt streng ben voor mezelf, mijn lijf alleen maar alle goeds wens en het toch gewoon niets doet. En ik weet, meten is weten, maar ik voel heel goed wanneer ik lichter word. En ik voel niks.
Vandaag was een rotdag op mijn werk. Het liep me over de schoenen, ongesteld, veel avonden werken in het vooruitzicht en de weekenden zijn tot eind oktober zo’n beetje volgepland. Ik kan er slecht tegen dat ik nu al weet dat ik weinig rust kan pakken. Ik heb hersteltijd nodig na drukke en volle werkweken.
Mijn collega’s zaten me in de weg (of ik mezelf vooral) en ik kreeg ook nog te horen dat een grote bijeenkomst waar ik weken aan heb gewerkt moet worden verplaatst naar een andere dag. Kortom, deze dag vroeg om pizza. En pizza is de duivel als je koolhydraatvrij eet. Al googlend kwam ik terecht op een recept voor pizza met een bloemkoolbodem. Het zag er best oké uit, dus ik ging vol goede moed aan de slag.
Het leek simpel. Bloemkool raspen, meel van maken en dat als bodem gebruiken. Eitje. Mijn versie was echter wat langer. O-ver-al zat bloemkoolrasp, het was te nat, het smaakte zeker wél gewoon naar bloemkool en nee het leek in de verste verte niet op pizza.
Man en kind vonden het lekker, maar ik kon wel janken toen ik naar het trieste en slappe geval op mijn bord staarde.
Als je alles laat wat je lekker vindt, je zeker 3x per week 14 km fietst en nog een paar keer per week een stuk met de hond loopt en tegelijkertijd allerlei oefeningen doet die mijn personal trainer me heeft geleerd, wáárom val ik dan niet af? En waarom smaakt alles wat vet en slecht voor je is, toch zoveel beter? Zeker als je moe bent en je jezelf zielig voelt?
En nu ga ik een latte machiato maken met een zoetje en een stuk chocolade pakken. Ja, van die 90% pure cacao die smaakt naar karton. Stel je voor dat ik me gewoon eens lekker zou laten gaan…
Dit moet en zal toch wel een keer gaan lonen? Ik zet stug door, maar mán wat ben ik het zat!
Marga, 13 september 2017